Zo maak je een starter voor heerlijk zuurdesembrood

Stap voor stap je eigen zuurdesemstarter maken

In januari 2024 begon ik met het maken van mijn eerste zuurdesemstarter. Moeilijk is het niet, want je hebt maar 5 dingen nodig:

• een weegschaal
• een schone pot (met deksel)
• een lepel of vork
• meel of bloem
• (lauwwarm) water

Ik begon met volkoren tarwemeel van het merk Molensteen (gekocht bij de Appie), omdat meel meer enzymen bevat dan bloem. Het geeft als het ware een soort boost aan je starter. Toen mijn starter (Lola is haar naam) sterk genoeg was, ben ik haar verder gaan ‘voeren’ met tarwebloem 😊

Je hoeft niet per se volkoren tarwemeel te gebruiken om een starter te maken. Gewoon tarwebloem kan ook! De verhoudingen zoals ik hieronder omschrijven blijven gewoon hetzelfde.

Goed, een stap voor stap uitleg. Zo maak je een starter:

Extra tips voor het maken van een starter

Je kunt de ingrediënten ook in een apart bakje mengen en daarna overgieten in een pot. Het voordeel daarvan is dat de de wanden van de pot schoon blijven. Zo kun je goed zien hoever jouw starter omhoog komt. Mijn potten met deksel heb ik trouwens gekocht bij Dille & Kamille, maar je kunt ook prima een andere soort inmaakpot, beugelpot of weckpot gebruiken. Zorg er wel voor dat je pot groot/hoog genoeg is voor als je starter straks echt verdubbelt. Ik heb wel eens gehad dat een starter over de rand van pot liep, omdat hij er zoveel zin in had.

Waarom moet de deksel los op de pot?

Je legt de deksel los op de pot nadat je jouw starter hebt gevoed. Dit doe je zodat er geen vuil (stof of vliegjes) in kan komen, maar ook zodat je pot niet ontploft. Door het fermentatieproces van je starter gaat je starter groeien, hierdoor ontstaat er druk. Deze druk moet eruit kunnen.

Hoe zit het met de hoeveelheden?

In deze uitleg ga ik uit van 50 gram meel en 50 gram water, maar andere hoeveelheden mag ook. Denk aan 75 gram meel en 75 gram water of 100 gram meel en 100 gram water. Zolang het maar gelijke delen zijn. Door de hoeveelheden lager te houden (zeg 50 gram meel en 50 gram water) verbruik je niet teveel middelen. Het kan namelijk even duren voordat je starter sterk genoeg is. Zo voorkom je verspilling.

Lauwwarm water, waarom en hoeveel graden is dat?

Om de gisten in je starter te activeren geef ik de voorkeur aan lauwwarm water. Ik meet dit niet na met een thermometer, maar voel gewoon met mijn hand onder de kraan tot het lauwwarm is. Gebruik geen warm of zelfs heet water, want daarmee dood je de gisten in je starter.

Kan ik ook een starter maken zonder tarwe?

Ja, dat kan! je kunt een starter maken van verschillende meel- en bloemsoorten. Meel heeft wel de voorkeur, omdat daar meer enzymen inzitten, maar het is geen must. Als je geen tarwe mag (i.v.m. allergie) dan kun je kiezen voor spelt- of roggemeel. Die laatste is heel geschikt en staat er bekend om dat hij sneller ‘volwassen’ genoeg is om mee te bakken. De verhoudingen om een starter te maken met bijvoorbeeld roggemeel blijven hetzelfde als ik hierboven omschrijf.

Ik werk onregelmatig, kan ik dan ook een starter maken?

Jazeker, dat moet te doen zijn. Het is echt niet zo dat je elke dag om EXACT hetzelfde tijdstip je starter moet voeden, omdat ‘ie anders doodgaat. Je mag daar best een uur of 3, 4 of 5 vanaf wijken als dat beter uitkomt. Het belangrijkste: je moet ‘m wel elke dag voeden, hij moet gerezen hebben en daarna weer ingezakt zijn. Als je je starter daarna voedt, is het goed. En ook dan zal je starter steeds sterker worden en uiteindelijk ‘volwassen’ worden (het moment dat je ermee kunt bakken).

Je starter onderhouden en versterken

Zelf een starter voor zuurdesembrood maken is de eerste stap. Om je starter sterker te maken, ga je hem (of haar 😉) elke dag voeden. Hoe je dat doet, lees je in Zo voed je een starter.