Wat te doen als je starter te vroeg piekt? De piektijd verleggen doe je zo!

wat te doen als je starter te vroeg piekt

Je hebt zin om te bakken, je haalt enthousiast je pot starter tevoorschijn en… ai, je ziet dat je starter alweer aan het zakken is. Dat betekent dat hij zijn piek al bereikt heeft en weer aan het inzakken is. Zuurdesem bakken draait om timing, maar soms loopt je planning niet gelijk met de piektijd van je starter. Gelukkig kun je hier iets aan doen! Door de piektijd van je starter te verleggen, zorg je ervoor dat hij op het juiste moment op zijn hoogtepunt is, precies wanneer jij hem nodig hebt.

De oplossing? Het aanpassen van de (voedings)ratio. Ik leg je uit hoe je dat doet.

Waarom de (voedings)ratio aanpassen?

Waarschijnlijk heb je je starter tot nu toe gevoed met het meest bekende ratio van 1:1:1. Dit betekent dat je elke voeding gelijke delen starter, water en bloem/meel toevoegt. Dit werkt prima, maar soms komt het niet goed uit. Misschien heb je ‘s ochtends geen tijd om meteen te bakken, heb je een drukke dag of merk je dat je starter sneller piekt dan jij zou willen. Door de voedingsverhouding aan te passen, vertraag je het proces en geef je jezelf meer flexibiliteit. Zo bepaal jij wanneer je bakt, en niet je starter.

Hoe pas je de piektijd aan?

De truc is simpel: je verhoogt de hoeveelheid voeding in verhouding tot je starter. Dit betekent dat je minder starter gebruikt en meer bloem/meel en water toevoegt. Hierdoor duurt het langer voordat je starter al zijn voeding heeft verwerkt en op zijn piek is.

Een voorbeeld: een goed startpunt is een voedingsratio van 1:2:2. Hierbij gebruik je 1 deel starter, 2 delen bloem/meel en 2 delen water. Dit zou er bijvoorbeeld zo uit kunnen zien:

  • 30 gram starter + 60 gram bloem/meel + 60 gram water (totaal 190 gram starter)
  • 40 gram starter + 80 gram bloem/meel + 80 gram water (totaal 200 gram starter)

Door deze verhouding te gebruiken, krijgt je starter meer voeding en duurt het langer voordat hij zijn piek bereikt. Zie het als een maaltijd: in plaats van alleen een klein voorgerecht geef je je starter nu een voorgerecht én een hoofdgerecht. Het duurt simpelweg langer om alles op te eten en daardoor verschuif je het piekmoment.

Nog meer tijd nodig?

Als 1:2:2 niet voldoende vertraging geeft, kun je de ratio verder verhogen. Probeer bijvoorbeeld:

  • 1:3:3
  • 1:4:4
  • 1:5:5
  • 1:6:6
  • etc.

Sommige bakkers – zoals ikzelf – gebruiken zelfs een verhouding van 1:8:8. Dit zou er bijvoorbeeld zo uitzien:
10 gram starter + 80 gram meel + 80 gram water (totaal: 170 gram starter)

Dit betekent dat je starter nóg langer de tijd nodig heeft om al zijn voeding op te nemen en te pieken. Dit kan handig zijn als je bijvoorbeeld ‘s avonds je starter voedt en hem pas de volgende ochtend op zijn hoogtepunt nodig hebt.

Bonustip: houd voldoende starter over!

Bij het aanpassen van de ratio is het belangrijk dat je nog genoeg starter overhoudt voor een volgende voeding nadat je je starter hebt gebruikt voor het maken van een deegje. Stel dat je 150 gram starter nodig hebt voor je basisrecept voor zuurdesembrood en 10 gram starter om opnieuw te voeden, dan moet je zorgen dat je minimaal 160 gram starter overhoudt. Want, 150 gram starter + 10 gram restant (voor nieuwe voeding) maakt 160 gram. Houd hier rekening mee bij het berekenen van je hoeveelheden.

Een starter die te vroeg piekt is gelukkig geen ramp. Door de voedingsverhouding aan te passen, kun je de timing van je starter beïnvloeden en zorgen dat hij perfect op jouw bakmoment is afgestemd. Experimenteer met verschillende ratio’s om te ontdekken wat voor jouw routine het beste werkt. Zo heb jij de controle over je starter en niet andersom!

Leave A Comment

Vond je dit een leuke blog? Steun mijn werk! 👩‍🍳

Vond je deze blog interessant? Ik deel met liefde mijn kennis en tips over zuurdesem(brood). Wil je mij steunen? Met een kopje koffie of een zak bloem help je mij om nog meer waardevolle content te maken. Dankjewel! 💛